Een goede teelt begint bij een goede basis, daarom worden grondstoffen zorgvuldig geselecteerd. In de natuur groeien paddenstoelen op dood organisch materiaal zoals boomstammen. In het proces komen we dicht bij de natuur; het substraat van champignons bestaat uit organische reststromen. Compost bestaat voornamelijk uit stro-rijke paardenmest en een toevoeging van kippenmest. Dit mengsel wordt goed gemengd en volgens natuurlijk proces gecomposteerd om daarna een pasteurisatieproces te doorlopen. deze processen resulteren in een schone en homgene mix welke klaar is om geënt te worden met de champignonschimmel. De champignonschimmel wordt aan de mix toegevoegd door middel van een gekookte graan- of roggekorrel welke overgroeid is met de champignonschimmel.

De compost wordt met precissie gevuld in de teeltruimte en wordt daar afgedekt met een laag dekaarde bestaande uit veen, schuimaarde en kokosvezel. Het telen kan nu beginnen!

Vanaf dat de eerste knopjes ontstaan, en de herfst begint in de teeltruimte, duurt het een week voordat ze uitgegroeid zijn en geplukt kunnen worden. Door onze unieke manier van telen proberen wij maximaal spreiding te creëren, dat wil zeggen dat we het oogsten van de champignons over zoveel mogelijk dagen verdelen. Door het goed spreiden kunnen er elke dag verse champignons geleverd worden en krijgt elke champignon goed de ruimte en de tijd om goed te groeien.

Het plukken gebeurt met vakmanschap door speciaal getrainde medewerkers. Met een draaiende beweging wordt de champignon geplukt en het voetje met dekaarde eraan wordt afgesneden.

In totaal wordt er op de voedingsbodem twee keer geteeld, dit zijn 'vluchten'. Binnen vijf weken na het vullen zijn er twee vluchten geoogst. Het overgebleven substraat vindt zijn weg naar de land- en tuinbouw en nieuwe compost wordt weer gevuld in de cel. Het proces begint opnieuw!